15 oktober 2010

Onzichtbaar

een zucht is onzichtbaar
net als de wind
de nacht is onzichtbaar
als de dag begint
die ik kwijt ben
die ik nooit meer vind
maar
met mijn ogen dicht
zie ik alles
wat mijn hoofd verzint

Jij bent de liefste, Hans & Monique Hagen

Gemaakt door Maartje

6 opmerkingen:

  1. Ik vind van de drie uitgekozen gedichten deze het minste. Ik vind het onderwerp niet heel erg speciaal en voorbeelden in een gedicht spreken mij persoonlijk niet zo aan.

    Het laatste stukje van het gedicht spreekt me het meeste aan, (regels 7,8,9&10)Dit is omdat ik heel erg van denken houd en vooral als ik er mijn eigen fantasie in kan leggen. Het laatste stukje gaat hier vooral over. "maar, met mijn ogen dicht, zie ik alles, wat mijn hoofd verzint, (regels 7,8,9&10)"

    Het eerste stukje spreekt me het minste aan, omdat er daar voorbeelden in zitten. Ik houd niet zo van voorbeelden in gedichten omdat je die er meestal wel zelf bij kan verzinnen. Ik vind het leuker als het gedicht een beetje mysterieus is en dat het word opgebouwd zodat je na elke zin weer net iets meer weet dan de vorige. Zoals het gedichtje "jij bent de liefste", die heeft een hele mooie opbouw.

    Dit gedicht doet me heel erg veel nadenken over dingen. Het geeft me wel een soort kracht als ik dit gedicht lees dat ik in mijn hoofd alles kan verzinnen en dat het niet uitmaakt wat. Het is onzichtbaar voor iedereen behalve voor mijzelf.

    Het gedicht begint met voorbeelden over dingen die op bepaalde momenten onzichtbaar zijn "de nacht is onzichtbaar, als de dag begint (regels 3&4). Dat zijn dus dingen die je kwijt kan raken, waar je geen controle over hebt "die ik kwijt ben (regel 5)". Maar als je je ogen dicht doet en gaat nadenken en fantaseren over dingen dan kunnen ze niet onzichtbaar zijn. Je hoofd kan alles verzinnen, wat het maar is.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ik vind het een heel mooi gedicht, want het heeft eigenlijk een soort dubbele bodem en ik houd er altijd wel van als ik twee keer moet nadenken voordat ik precies weet wat ze bedoelen. Ook vind ik de boodschap van het gedicht heel mooi, dat je alles kan verdwijnen behalve wat je zelf verzint.

    Versregels 3 en 4, en 8, 9 en 10 spreken mij het meest aan. Versregels 3 en 4, omdat ik door deze versregels opeens meer ging nadenken over dit onderwerp (dat de nacht overdag verdwijnt). En versregels 8, 9 en 10, omdat ik zelf ook wel een dromer ben, en ik heb ook een hele grote fantasie. Deze regels spraken mij heel erg aan, omdat het dus heel erg bij mij past.

    In dit gedicht heb ik niet echt een versregel die mij niet aanspreekt. Dit komt denk ik doordat ik de boodschap van dit gedicht eigenlijk heel mooi vind, en ik vind dat alle regels er goed bij passen en mij daarom ook aanspreken.

    Door dit gedicht wordt ik heel dromerig en dat past wel bij mij, want ik ben zelf ook wel een dromer. En ik houd er altijd heel erg van om te fantaseren, en daar gaat dit gedicht over.

    Het gedicht gaat er over dat alles kan en zal verdwijnen, "een zucht is onzichtbaar, net als de wind", maar dat als je je fantasie gebruikt alles kan verzinnen, "met mijn ogen dicht, zie ik alles, wat mijn hoofd verzint", en dat je zelf kunt weten of het verdwijnt of niet.

    Reactie door Maartje

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Ik vind dit gedicht erg mooi, maar wel de minste van de drie. Dat is omdat het gedicht pas in de laatste drie regels echt vrolijk wordt. Ik vind deze laatste regels dus wel leuk. Vooral regels vijf en zes hadden van mij niet gehoeven. "die ik kwijt ben, en nooit meer vind" vind ik erg negatief. Ik hou niet zo van dingen die voor altijd kwijt en weg zijn, en nooit meer terugkomen. Dat kan komen omdat ik zelf altijd van alles kwijt raak. Als mensen dan tegen me zeggen dat ik het nooit meer terug vind, word ik altijd erg verdrietig.

    In het begin van het gedicht (regels 1/6) gaan over alles wat je niet ziet, weg is en wat je nooit meer terug zal krijgen. Dat ik het gedicht bij mij vooral verdrietige gevoelens oproept in het begin zegt niet dat ik het niet een leuk gedicht vind. Dat de oplossing/onthulling weer aan het eind staat vind ik erg leuk. "met mijn ogen dicht zie ik alles wat mijn hoofd verzint" (regel 8/10) vind ik de mooiste zin omdat het over fantasie gaat en over de dingen die je hersenen kunnen doen. Dat je met je eigen goede wil alles kan zien zoals je het wil zien. Dingen kunnen dan wel vervelend zijn, maar je kan er ook de leuke kant van zien. Dit vind ik dan wel weer het leuke uit het gedicht.

    Kortom, ik vind het een leuk en mooi geschreven gedicht alleen vind ik dat het negatieve gedeelte te groot en overheersend is, en dat het daardoor bij mij negatieve gevoelens oproept. Door vijf en zes weg te laten, zou het in mijn mening mooier en vrolijker maken.

    Alexandra Vegelien

    BeantwoordenVerwijderen
  4. al deze gedichten zijn uit een boek maar welk boekje ook al weer?

    BeantwoordenVerwijderen